Totaal aantal pageviews

dinsdag 30 november 2010

Een week in het ziekenhuis.....ontdekken, leren en herstellen.

Het is zaterdagochtend als de lichten op de kamer aan gaan en de gordijnen open gaan. Het is 13 november, en mijn eerste nacht in het ziekenhuis is voorbij. Ik heb een aantal keren morfine gekregen tegen de pijn. Ik krijg nu mijn eerste “ontbijt”. Ik weet al dat ik vooralsnog alleen maar vloeibaar mag eten en ontbijt dus met vla…… Verder hoor ik dat ik, over de dag verdeeld, flesjes met bijvoeding moet drinken. Ik ga voor het eerst mijn bed uit om naar het toilet te gaan. Al strompelend vanwege pijn en stijfheid ga ik, met mijn "infuuspaal", naar het toilet. ’t Is even passen en meten maar met wat kunst en vliegwerk hou je net genoeg ruimte over om op het toilet te gaan zitten…

Na het ontbijt wil ik in de kleine doucheruimte even mijn tanden gaan poetsen. Direct als ik erin stap en de deur dicht doe, krijg ik en beklemmend gevoel; ik begin te zweten, wordt duizelig en begin wazig te zien. Ik ga meteen het hok weer uit en terug naar mijn bed. “Voelt u zich niet lekker? vraagt de zuster. U zweet helemaal”. Na, een dan maar beperkte wasbeurt op het bed, voel ik me iets beter. Ondertussen maak ik kennis met twee mensen die bij mij op de kamer liggen. Beiden zijn de dag ervoor geopereerd aan hun galblaas. Beiden zien er fit uit en lijken niet echt van plan om lang in het ziekenhuis te blijven. Later op de dag, krijgen ze beiden ook inderdaad te horen dat ze naar huis mogen. Ik ben slechts kort in hun gezelschap geweest…… In de loop van middag keert een andere patiënt terug op de afdeling. Zij is ook aan haar galblaas geopereerd maar heeft de nacht door moeten brengen op de Intensive Care. Vanwege andere gezondheidsklachten werd zij daar voor de zekerheid een nacht geobserveerd. Ze blijkt ook een galblaas-ontsteking te hebben gehad, in juni. Bij haar was de situatie zodanig erg dat ze nu pas geopereerd kon worden.

Op diezelfde zaterdagochtend Twitter ik het volgende de wereld in: “En dan lig je ineens in het lange land-ziekenhuis met een galblaas-ontsteking. Niet fijn!”. De reacties hierop ervaar ik als overweldigend en hartverwarmend. Het voelt goed om te weten dat er zoveel mensen met je meeleven. Een aantal persoonlijke vrienden zegt meteen toe, langs te zullen komen of bellen me al vrij snel op. Ik ben er erg blij mee!

Rond 13:00 komt de chirurg langs en verteld mij dat “ik de pech heb dat ik waarschijnlijk al langer rondloop met een ontstoken galblaas. Ze omschrijft het als “Modder dat in de galblaas zit. Dit zal eerst opgeruimd moeten worden voordat er überhaupt geopereerd kan worden. Op dat moment noemt de dokter een termijn van zes weken. Voor mijn gevoel is dat erg lang en tegelijkertijd nog niet echt te overzien. Eerst maar eens kijken hoe deze ontsteking zich ontwikkelt, denk ik bij mezelf.

Ondertussen krijg ik in de gaten dat men in het ziekenhuis niet bepaald terughouden is met het verstrekken van pijnstillers. Drie keer per dag krijg ik twee verschillende soorten. In het begin neem ik dat allemaal braaf in; ik moet er niet aan denken dat ik weer die vreselijke pijn ga voelen. De pijn die ik nu voel, ondanks de pijnstillers, is al erg genoeg. Het doet me op een zeker moment ook beseffen dat ik, in ieder geval voorlopig, totaal afhankelijk ben geworden van anderen. Ik lig in een ziekenhuisbed, aan een infuus met twee soorten antibiotica en vocht, krijg vloeibaar voedsel, en moet bijvoeding drinken (overigens, treed ik maar niet in detail over de smaak van dit spul….waarschijnlijk zegt dit al genoeg).

Mijn tweede nacht is een kopie van de eerste; ik slaap weer nauwelijks en moet nu vaak naar het toilet. De bijwerking “diarree” van de antibiotica zorgt er in elk geval voor dat ik veel lichaamsbeweging heb… Op zondag krijg ik al vrij vroeg bezoek van één van de artsen. Het verhaal van deze arts is niet veel anders dan op zaterdag. Hij voegt er wel aan toe. U heeft in eerste instantie een kuur van vijf dagen en daarna kijken we verder. Ik weet nu dus dat ik zoiezo tot woensdag in het ziekenhuis moet blijven. Intussen merk ik dat de antibiotica goed werkt. Ik heb minder pijn en voel me op zondagmiddag best goed. Een voordeel is ook dat ik inmiddels alleen op de kamer lig en ook de nacht alleen zal doorbrengen. Dat scheelt! ’S nachts slaap ik goed; weliswaar ben ik iedere 2 uur wakker om weer “met mijn vriend de infuuspaal” naar het toilet af te reizen. Ik heb er geen foto van, helaas.. gekscherend gebruik ik al vrij snel de grap tegen mijn medepatiënten: “Opa (de eerste dagen strompelde ik als een oude man door het ziekenhuis vanwege de pijn en stijfheid van mn spieren)gaat weer met zijn vriend op pad”. Maar als ik maandagochtend wakker wordt, voel ik me best goed en heb goede moed. Verder hoor ik al vrij vroeg dat ik weer vast voedsel mag gaan eten. Ik besluit, omdat ik weet dat ik toch nog een paar dagen moet blijven, om me te abonneren op televisie. Dat brengt toch wat extra afleiding naast de dagelijkse bezoekjes van mijn moeder en broer en, door de week heen, van vrienden en collega’s.

Op die maandag ervaar ik voor het eerst hoe het is om te douchen met een infuus. Ik ben op die maandag voor het eerst een tijdje uit bed en lees de krant aan tafel en bel met wat mensen. Rond zeven uur was er al een nieuwe patiënt op de kamer gekomen die dezelfde dag geopereerd zou worden. In de loop van de ochtend krijg ik ook gezelschap van een ander die een zware hartoperatie achter de rug heeft en nog een aantal dagen moet herstellen voordat hij naar huis kan.

Maandagnacht slaap ik weer minder goed dan de nacht ervoor en ik krijg al vrij vroeg bezoek van de dokter. Deze komt een mededeling brengen die ik als erg teleurstelling ervaar: de antibioticakuur zal moeten worden voortgezet en moet zeker tien dagen duren. De kuren die ik krijg zijn niet beschikbaar in tabletvorm en dit betekent dus dat ik zeker tien dagen in het ziekenhuis zal moeten blijven. Of het alleen door deze mededeling komt weet ik niet maar ’s middags voel ik me minder goed; ik ben vermoeid en zie op tegen de tien dagen in het ziekenhuis.

Op woensdag wordt me echter weer verteld dat het misschien toch mogelijk is om antibiotica in tabletvorm te krijgen. Ik vind het allemaal maar verwarrend. Diezelfde dag spreek ik nog een keer met de dokter en dan hoor ik de derde versie van het verhaal: wanneer de waarden van mijn bloed op donderdag laag genoeg zijn, kan ik met andere antibiotica en verder en dan zou ik toch naar huis kunnen. Het is dus afwachten tot donderdag. Ik besluit maar nergens op te hopen en maar gewoon uit te gaan van de huidige situatie. Woensdagavond zie ik mezelf nog even op TV voorbij komen. Mijn vaste volgers weten vast nog wel dat ik in augustus in Bloemendaal ben geweest bij het release-concert van Ilse DeLange. Beelden daarvan waren die avond te zien in een documentaire over Ilse en daar kwam ik dus ook even langs. Ik zeg tegen de zuster: “kom je nu mijn bloeddruk meten en mijn temperatuur controleren? Dan moet je wel weten dat ik net op TV was, dus door de opwinding kan het best wat hoger zijn dan normaal…;)

Eerlijk is eerlijk, als je in het ziekenhuis ligt en je hebt weinig te doen, dan heb je in elk geval veel tijd om over dingen na te denken. Ik reflecteer veel en vraag me regelmatig af wat de oorzaak van mijn galblaas-ontsteking kan zijn. Is dit alleen iets lichamelijks of heeft ook het geestelijke, het mentale invloed op mijn gezondheid? Het zijn tijden waarin je alles wat je doet (of juist niet doet) weer op de weegschaal legt. Ik kom in ieder geval tot de conclusie dat deze situatie mij ertoe aanzet om anders naar het leven te kijken. Ik voel, meer dan ooit, mijn eigen kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Ik besef dat ik vaak veel te veel leef vanuit “willen” en “moeten”. Om een voorbeeld te noemen: ik heb honger dus moet ik nu eten en ik wil eten wat ik lekker vind. Die situatie is nu anders: ik heb dan wel honger maar ik mag blij zijn dat ik iets mag eten en dat eten is misschien niet hetgeen ik lekker vind maar het is wel goed voor me. Op een zeker moment denk ik aan het woord “zelfdiscipline”. Daarvan zou ik best wat meer kunnen hebben...

Verder ontdek ik in het ziekenhuis ook wat de waarde is van geloof. Iedereen die mij kent weet dat geloven belangrijk is voor mij maar juist in het ziekenhuis leer ik dat het heel erg van belang is, hoe je God ziet. Mensen getuigen vaak van Gods grootheid en Zijn grote plannen voor de wereld en Zijn macht en kracht. Ik leerde God op een andere manier kennen: ik zag Hem in de kleinste details. In het ziekenhuis kwam ik zieke en zwakke mensen tegen; de ene zieker dan de ander maar allemaal hadden ze diezelfde afhankelijkheid als ik, al was het soms maar voor even. Is het dan zo dat ik in al die mensen God zag? Nee, ik houd het wat dat betreft maar gewoon bij mezelf. Ik merkte en voelde dat God juist daar in mijn leven aanwezig is, waar Hij geen Grootheid en Macht hoeft te laten zien. Maar, bij wijze van spreken een arm om mijn schouder legt en zegt: “ik ga met je mee. Je bent niet alleen”.

Gelukkig krijg ik op donderdagmiddag inderdaad het groene licht om naar huis te gaan. Rond half vier verlaat ik na bijna een week het ziekenhuis om thuis de kuur af te maken en verder te herstellen...

vrijdag 26 november 2010

Van angst en pijn naar berusting en overgave.....

Dit is het verhaal van mijn ziekte en mijn belevenissen van de afgelopen weken. Ik doe het verhaal bewust in een aantal stappen en zal dit dus ook in meerdere delen op mijn blog plaatsen.

Het is half oktober als ik voor eerst wordt “overvallen” door griepverschijnselen. Ik voel me vermoeid, heb last van mijn keel en vooral ook van mijn maag. De klachten houden twee dagen aan en zijn dan weer verdwenen. Dit herhaalt zich een paar keer, in de weken erna en wanneer de maagpijn frequenter en heviger wordt, nu alweer drie weken geleden wordt besluit ik om toch maar eens langs de dokter te gaan. Keer op keer had ik het gevoel dat ik “gewoon iets verkeerd gegeten had” en had dus geen enkel idee dat er echt iets mis zou zijn. Na nog een paar dagen sukkelen in de nieuwe werkweek zie ik op donderdag mijn huisarts.

Het is wel apart dat zij meteen tegen mij zei: “het zou je galblaas weleens kunnen zijn”. Mijn galblaas? Ja, maar ik heb ook pijn in mijn rug en dat heb ik altijd als ik maagpijn heb. De dokter besluit dat ik eerst eens moet proberen om een aantal dagen maagzuurremmers te slikken en dan te kijken of het beter gaat. Nog geen uur nadat ik de dokter heb gesproken krijg ik opnieuw maagpijn….. en deze pijn wordt in de loop van de avond, erger en erger…… Er ontstaat een constant krampende pijn net onder mijn borstbeen. De pijn blijft aanhouden en op een zeker moment raak ik in paniek…… De kramp voelt alsof mijn hele borstkas uit elkaar wordt gerukt; ik wordt bang en denk dat er iets met mijn hart is…… ik voel dat ik de controle over mezelf aan het verliezen ben…. Ondertussen kan ik niet meer liggen, lopen, zitten of staan van de pijn. Ik wring me in allerlei bochten om de pijn niet te hoeven voelen, maar het helpt niets…… Ik zweet zoals ik nog nooit heb gedaan en tril als een rietje. Mijn moeder die inmiddels heeft gezien hoe groot mijn angst, paniek en pijn is belt uiteindelijk de huisartsenpost. De dokter is er vrij snel en stelt vrij snel een diagnose: “waarschijnlijk heb je een niersteen en heb je daarom zo’n pijn”. Gelukkig, er is niks met mijn hart maar die pijn is bijna ondraaglijk. Ik krijg een pijnstiller die na een uur enigszins begint te werken. Het is inmiddels 3 uur in de ochtend…..Tegen 6 uur ga ik mn bed uit; ik kan eigenlijk niet meer maar denk: “als ik iets ga eten gaat de maagpijn misschien weg…….” Helder denken kon ik niet meer…… Het laat zich natuurlijk raden dat er op dat moment helemaal niets was, wat hielp.

Tot ongeveer 11:30 moet ik wachten op mijn huisarts, die door een ander spoedgeval, pas laat beschikbaar is. Weer heb ik urenlang dezelfde krampende pijn. De huisarts injecteert mij met een sterk pijnstillend middel en gelukkig, binnen een half uur begint de verkramping af te nemen en krijg ik eindelijk “lucht”. Je moet nu wel meteen naar het ziekenhuis voor een echo, zegt mijn huisarts om te kijken wat er mis is. Je nieren zijn het zeker niet, het zou een galsteen kunnen zijn. Als de uitslag bekend is, kijken we verder.

Mijn moeder rijdt mij naar het ziekenhuis. Ik ben aangekleed en voel geen pijn meer, door de sterke verdoving maar eigenlijk voel ik me meer dood dan levend. Ik ben verdwaasd en uitgeput door gebeurtenissen van de afgelopen 24 uur en laat alles over me heen komen. Ik kan niet anders meer…… De echo geeft ook vrij snel uitsluitsel: “u heeft een ontstoken galblaas, mijnheer. We sturen u meteen door naar de Eerste Hulp zodat u snel geholpen kunt worden”. Ik denk: “oh, dat is mooi. Dan word ik tenminste snel geholpen”. Eenmaal op de eerste hulp kan ik niet vermoeden dat ik van 15:00 tot bijna 21:00 moet wachten voordat er een bed beschikbaar komt en ik behandeld kan worden door een dokter. Terugkijkend, denk ik: wat vreselijk, al die uren maar op het moment zelf had ik er vrede mee. Ik kon ook niet anders meer. Als er ooit een moment in mijn leven is geweest dat ik mij totaal had overgegeven aan mijn omstandigheden en me niet meer verzet, dan was t op die vrijdag, 12 november 2010……..

De dokter is laat maar duidelijk: “Mijnheer Van Dijken, de hoge waarden in uw bloed geven aan dat uw galblaas behoorlijk is ontstoken. U heeft antibiotica nodig en t is beter dat we u hier houden. Ook dat zag ik als een bevrijding. Het is 00:30 voordat er op zaal een bed beschikbaar is en ik voor het eerst van mijn leven in een ziekenhuisbed beland en aan het infuus kom te liggen. De nacht valt…. Ik krijg morfine om te slapen en tegen de opkomende pijn die inmiddels mijn hele lijf teistert. Ik ben kapot maar berust tegelijkertijd in mijn lot en wacht op de dingen die komen gaan....